La Mirada Fuerte #15: Wim Delvoye presents LABOUR OF LOVE  @ Noordbrabants Museum, ‘s-Hertogenbosch, Nederland (29.10.2022 – 29.01.2023)

Het was al even geleden dat er nog sprake was van een stunt van de hand van Wim Delvoye (°1965), maar geen paniek. L’ enfant terrible uit Wervik is nog steeds alive ’n kicking. Sterker nog: ondanks dat Wim Delvoye reeds te zien was in musea over heel de planeet, is LABOUR OF LOVE bizar genoeg nu pas de allereerste solotentoonstelling in Nederland. Hoewel dat vrijwel onmogelijk lijkt, rept ieder die zijn werk nog niet kent zich nog tot 29 januari 2023 naar het Noordbrabants Museum in het middeleeuwse ’s-Hertogenbosch bij onze noorderburen.

Voor alle duidelijkheid: U hoeft echt niet als kunstkenner door het leven te gaan om bekend te zijn met het werk van deze zogenaamde Neo-Conceptual & installation artist. Berucht door zijn controversiële werken, die zich centreren rond lichaam en primaire lichaamsfuncties, haalde Wim Delvoye meermaals de wereldpers met op zijn zachtst gezegd out-of-the-box-thinking-ideas. Enerzijds geïnspireerd door het dadaïsme, is naar eigen zeggen provoceren op zich nochtans niet het eigenlijke doel, wat niet wil zeggen dat het toch niet gebeurt. Al was het maar omdat zijn plannen voor Kasteel De Bueren in Melle de rechtbanken in overdrive lijken te stuwen.

Zo werd rond de millenniumwissel de kunstwereld dooreengeschud door zijn spraakmakende installatie CLOACA, die voor het eerst werd gepresenteerd in het Antwerpse M KHA (2000). Zonder twijfel is dit de meest notoire kak-machine op aarde – en moest het mogelijk zijn, evengoed ook nog op planeten in andere melkwegstelsels far, far away – maar dit is natuurlijk wel een heel simpele perceptie. Gelukkig voor Wim was facebook rond 2000 nog niet helemaal verworden tot de publieke vuilbak dat het nu is. Hoewel iedereen uiteraard recht heeft op een eigen mening, bevestigt de praktijk ook zonder het smoelenboek, dat zoals zo vaak het sensationele alweer de overhand neemt van de nochtans hele bezieling achter deze installatie, die zijn naam ontleende aan de oeroude riolen van Rome.

Nu is in dit geval Wim ook zeker geen heilige, want net als een in de rubriek Svn’s 2021 Chapter II: Top Expo 30 besproken Banksy of de in de rubriek La Mirada Fuerte #1 besproken Warhol bijvoorbeeld, is hij een meester in het bespelen van de media, die telkens opnieuw als vliegen op een stront in zwermen komen afgestormd naar zijn potentiële next big stunt.

Anderzijds is een noodzakelijk kwaad van conceptuele kunst, dat het pas – of toch heel vaak – kan geapprecieerd worden als de bijbehorende toelichting alle aspecten van het betreffende werk aankaart of weet te duiden. U kan bijvoorbeeld CLOACA amusant vinden – of au contraire: net schokkend – maar wist U bijvoorbeeld dat het niet minder dan acht jaar research in beslag nam om via een hele zwik experts – van loodgieters tot gastro-enterologische deskundigen – tot deze actieve spijsverteringsmachine te komen? Oempa Loempa nog aan toe…

De reacties tijdens de wereldpremière van SUPER CLOACA in Mudam in Luxemburg (2007) waren weliswaar vrij voorspelbaar, want effectief met de pers op kop werd de hele installatie helaas gereduceerd tot de zoveelste provocatie, terwijl CLOACA in werkelijkheid fungeert als metafoor voor gelijkheid. Jawel, U leest het goed. Tenslotte moeten we allemaal, rijk of arm, blank, zwart of geel, hoogstaande status of maatschappelijke paria, sportlichaam of fysisch gehandicapt, met regelmaat luisteren naar ons lichamelijk signaal om onze rug te snuiten. Want stront discrimineert niet en is één van de weinige zaken die de mens gelijkwaardig maakt. (Of toch niet helemaal, “Because we, men, will always walk the toilet-mile alone!”, volgens Steve Taylors briljante ode aan het toilet.) Maar het gaat nog veel verder dan dat: Delvoye speelt al heel zijn leven met mensen te confronteren met het dagelijkse leven – dat zowel fascinerend en diepgaand, als oppervlakkig en afgrijselijk kan zijn – waarin geleefd wordt. In die optiek wilde hij een kunstwerk creëren dat enerzijds absoluut geen meerwaarde heeft voor de maatschappij, maar anderzijds wel winst opleverde. Misschien werd Delvoye wel geïnspireerd door regisseur George Miller, die reeds in 1985 het belang van excrementen wist aan te tonen door Master-Blaster de stront uit de ogen van de onwetende Mad Max te laten wrijven. Door de confrontatie met een enorme opslag van excrementen in het midden van een desolate woestijn, werd duidelijk dat dit mega-toilet in werkelijkheid een onuitputtelijke bron van energie is. Maar waar in MAD MAX BEYOND THUNDERDOME de vrijgekomen gassen voorzien in levensnoodzakelijk onderhoud, werd de droom van Delvoye – die elke grens van absurditeit overschrijdt – bewaarheid omdat CLOACA uitgroeide tot een beursgenoteerd bedrijf waar zowaar investeerders werden voor gevonden om te investeren in machines die zijn gerezen met hun fundamenten in kak! Touché!

Mogelijk ontlucht deze background-kennis deze poep-installatie enigszins een beetje van zijn bespotte geur, want het blijft een feit dat sinds de gemiddelde burger zichzelf heeft verheven tot specialist – in om het even welk vakgebied, maar waar bizar genoeg amper enige feitelijke kennis achter verscholen gaat – dat leedvermaak, (ver)oordeling en afbraakwerken zowat de standaard hoofdingrediënten vormen om tot een zogenaamde mening te komen. Dat dit resultaten genereert die vaak te gek zijn om los te lopen, spreekt voor zich maar de massa blijkt het met volle teugen te slikken; of erger: als een ziekmakend virus verder te verspreiden. Delvoye wordt gesitueerd in historische beeldtradities waarin stichtelijke, moraliserende motieven omslaan in een averechts effect. Denk maar aan de scatologische beeldtaal van Bosch tot Gilbert & George, de dodendans van Dürer tot Otto Dix

Omwille van allerlei logistieke en praktische redenen wordt CLOACA helaas niet geëxposeerd in het Noordbrabants Museum, want om de beoogde excrementen te produceren, dient de door de Britse media zo benoemde Poo-Machine dagelijks te worden gevoed of er is letterlijk stront aan de knikker. Zo krijgt een actieve CLOACA installatie dagelijks twee maal voedsel te slikken dat door een gehaktmachine – die mond en tanden voorstelt – wordt fijngemalen. Vervolgens kan het hele verteringsproces door bezoekers worden gevolgd via een aantal glazen cilinders die menselijke sappen en enzymen bevatten en de verschillende stadia van het spijsverteringssysteem representeren. Dit gaat helemaal naar het punt tot het voedsel het lichaam verlaat als effectief sterk geurende fecaliën, die vervolgens vacuüm worden verpakt om verkocht te worden als het eigenlijke kunstwerk.

Eigenlijk is het best opmerkelijk dat een zakje poep zoveel hetze weet te veroorzaken, terwijl pakweg de gedissecteerde menselijke lichamen in Gunther von Hagens KÖRPERWELTEN wereldwijd ondertussen door vlot een kwart miljoen bezoekers werden onthaald als ronduit fenomenaal. Nu heeft Wim al eerder fratsen uitgehaald met uitwerpselen – remember zijn vloertegels die van ver een esthetisch motief leken te ademen, maar van dichtbij dus mooi gekrulde drollen bleken te zijn – maar U wilt de prijs van zo’n pakje vers gedraaide kaka liever niet weten.     

Wel te zien op LABOUR OF LOVE is een ander werk dat in het verleden nogal opschudding heeft weten veroorzaken. U raadt het al: de befaamde getatoeëerde varkens. Het is te zeggen: de huiden van de varkens. Wie deze varkens in het verleden niet live heeft meegekregen, herinnert zich misschien nog wel één bepaalde beschilderde snuit uit de serie BEVERGEM (2015) van Gilles de Schruyver. Vanwege een van de pot gerukte praktische grap, belandde dit varken namelijk in de pot en transformeerde op die manier in de duurste barbecue van de laatste decennia.  

Toen kunstpaus Jan Hoet (1936 – 2014) in navolging van de Biënnale van Venetië (1990), Wim Delvoye in 1992 opnieuw uitnodigde om onder zijn curatorschap deel te nemen aan Kassel IX, werden – naast zijn MOSIACS drollenvloertegels – zijn getatoeëerde varkenshuiden voor het eerst geëxposeerd. Dat deed toen al het nodige stof opwaaien door allerhande dierenrechtenorganisaties, maar dit bleek nog maar een teaserke te zijn. Het heeft dan wel nog tot 1997 geduurd eer de overstap werd gemaakt naar nog levende en – niet onbelangrijk- van de agrovoedingsindustrie geredde varkens, die onder verdoving werden getatoeëerd. Maar het behoeft geen tekening dat dierenrechtenorganisaties ineens helemaal hondsdol werden. De reacties waren zelfs zo heftig dat Wim uiteindelijk besloot zijn varkens te kweken op een boerderij nabij Peking of all places. Hoe dan ook kunt U nu de huiden zelf bewonderen in één van de vijf zalen die het Noordbrabants Museum voor het eerst helemaal ter beschikking stelt.

Toch een kleine voetnoot, want het is echt niet elke kunstenaar gegeven om zomaar even het Louvre in te vullen met een solotentoonstelling, laat staan het engagement van het prestigieuze Mercatorfonds om de cataloog uit te brengen van een kunstenaar van (toen) nog geen vijftig jaar. Maar bij Wim komt zelden iets zomaar uit de lucht gevallen en bestempelde Henry Van De Velde hem niet voor niets als architect van dit boek. Aangezien Wim een first edition van de vijfendertig in kalfsleder gebonden delen van de encyclopedie van Diderot en D’Alembert bezit, js het niet zo toevallig dat zijn hij voor zijn eigen boek inspiratie vond bij de Hetzel uitgave van de werken van Jules Verne uit 1887. Maar ga het gerust voor jezelf na, want in de geschiedenis van het Mercatorfonds ben ik alvast geen andere dan postuum uitgegeven catalogi van kunstenaars tegengekomen.

Wie zich echter – net als ondergetekende – de moeite heeft getroost om in de lente van 2012 naar Parijs af te zakken om deze eerste Franse solotentoonstelling in het Louvre mee te pikken, leerde echter dat er nog extra treden op de ladder bleken te zijn. Doorheen al de van kitscherige weldaad overspoelde salons, die Delvoye uit zijn context liftte door bijvoorbeeld een aantal van zijn met Perzische tapijt beklede varkens (2004) op te stellen in de appartementen van Napoleon III, botste het publiek onvermijdelijk op een getatoeëerde persoon die zat te mediteren op een sokkel.

Deze persoon is Tim Steiner: het menselijk equivalent van de getatoeëerde varkens. Een Oostenrijker die gewillig zijn rug ter beschikking stelde om als een levende Wim Delvoye door het leven te gaan. Sterker nog: Steiner zijn huid is zelfs verkocht en naast een paar maal per jaar in dus de hoedanigheid van levend kunstwerk op te draven op één van de exposities, is er een akkoord bekomen dat diens huid na zijn dood door de koper mag worden gelooid.

Wim houdt van het artisanale en bewijst keer op keer dat hij zelf ook een echte ambachtsman is. Zijn productiviteit kent geen grenzen en dat manifesteert zich in bijvoorbeeld in Delfts blauw geschilderde cirkelbladzagen of gasflessen, in van wapenschilden voorziene strijkplanken of van heraldische motieven bedrukte schoppen, enorme autobanden met een gotisch motief, bewerkte reiskoffers, Arabische liefdesbrieven in aardappelschillen, zijn vroegste beschilderde tapijten (1985), de Mosaics met drollen (1990), zijn Marble Floors met charcuteriemotieven (1998), in met specifieke lagen exotisch zand gevulde flessen vodka, of natuurlijk zijn monumentale gotische betonwagens. Of wat te zeggen van SUPPO, het tonnen zware introductiebeeld op de expositie in het Louvre: een reusachtige aerodynamische neogotische zetpil in roestvrij staal!

Zijn kleinere en aangepaste zusje OPUS kreeg overigens een meer permanente plaats toegewezen in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Overigens met een verhaal om in te kaderen, want na een vastgelopen dossier van bestelde glas-in-lood ramen – waarin röntgenfoto’s van vrijende koppels waren gebrand – werd 18 (!) jaar later overeengekomen dat SUPO’s kleinere en naar kerkelijke normen aangepaste zusje OPUS – ter waarde van 248.000 euro – tijdens de eerste versoepelingen in 2020 werd opgehangen de Sint-Baafskathedraal in Gent. Die bestelling door het Bisdom Gent kwam er na de legendarische stadsexpositie OVER THE EDGES in 2000, alweer een Jan Hoet – overigens één van de vier ereburgers uit mijn hometown Geel – productie die onder meer met de toen al omstreden Jan Fabre en zijn hamzuilen zowat alle pers naar zich slorpte. De glasramen met expliciete beelden waren echter wat te naturel gebleken voor het Gentse Bisdom en zodoende kreeg zijn vervanging OPUS, een permanente plaats toegewezen.    

Nu kan dit een zijeffect zijn van zijn zoektocht om kunst en ambacht – klassieke en populaire kunst zo u wil – samen te smelten, maar voor mij persoonlijk blijft het een raadsel hoe al die critici steeds opnieuw de factor humor over het hoofd zien. Mede door eerdere ontmoetingen ben ik er van overtuigd dat Wim hoegenaamd geen entertainer is, maar daartegenover ken ik persoonlijk maar weinig kunstenaars die het spectrum humor zo weten te bestrijken als Wim Delvoye. Ergo kudos, want tenslotte wist zelfs de theoretisch natuurkundige Einstein (1897-1955) al sinds zijn kinderjaren hoe belangrijk een gevoel voor humor is in relatie tot de menselijke intelligentie. (Wat in een later stadium ook werd bevestigd door een onderzoek aan de universiteit van Wenen, dat uitwees dat mensen met een groot gevoel voor humor hoog scoorden op verbale en emotionele intelligentie. Dat verband tussen onze creativiteit en positieve emotionele toestand en intelligentie werd op zijn beurt later bevestigd door talloze neuropsychologische onderzoeken).

Zo mogen de uit de kluiten gewassen boodschappen als SUSAN OUT FOR A PIZZA. BACK IN FIVE MINUTES, GEORGE (1996) dan wel gebaseerd zijn op het principe van Marcel Broodthaers die in 1967 zijn eigen atelier in de Brusselse Spoorstraat omtoverde in een museum van zijn eigen werk. Niet alleen ontstond hiermee Broodthaers eerste persoonlijke Musée d’art moderne, maar als hij bijvoorbeeld zelf het gezelschap van allerhande oude meesters verkoos, hing hij gewoon een briefje aan zijn voordeur met daarop ‘Je suis au museé des Beaux-Arts (just en face)’. Maar hoe dan ook, gespoten op een reusachtig doek van 10 bij 15 meter ontpopt deze – en verschillende variaties ervan – post-it zich tot een hilarische fata morgana.    

Alle verdere info:

http://www.hetnoordbrabantsmuseum.nl

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: