Cinematic Conundrum #7: HOTEL POSEIDON – Stef Lernous @ (Nederlandse Première) BUT Film Festival, Breda (03.09)

Indien Mechelaar Stef Lernous iets nieuws bekokstooft, dan zijn wij er maar al te graag bij. Als artistiek leider bij het Mechelse theatercollectief Abattoir Fermé slaagt zijn afwijkend brein er namelijk al twee decennia in om vriend en vijand telkens opnieuw te verbazen, te verstommen en vooral zijn compleet unieke theater-beeldtaal te doen slikken. In tegenstelling tot het gebruikelijke theaterpodium, treedt het uitermate dwarse en radicale collectief hier alweer uit zijn comfortzone en wordt voor de eerste maal het medium feature film verkend. In België lopen de vertoningen al een tijdje in verschillende arthouse cinemazalen, maar op uitnodiging van Bloody Belgium in het kader van het BUT Film Festival zorgde ook deze Nederlandse première voor een uitverkochte zaal.

Speciaal voor onze Noorderburen – en wie weet enkele landgenoten – moet er misschien eerst iets worden toegelicht. Hoewel ik daar destijds bij mijn toenmalige Mechelse vriendin niets van heb gemerkt, hebben inwoners van Mechelen namelijk een bijzondere eigenschap ontwikkeld. Sterker nog: de Mechelaars gaven het kind zelfs een naam, maar het straffe is dat die zogenaamde ‘Maneblussers‘ er ook nog fier op zijn.

Voor diegenen die deze Belgische saga een beetje kennen en bijgevolg onmiddellijk denken aan die legendarische nacht van 27 op 28 januari 1687, moet ik helaas teleurstellen. Zoals U in het kleine, maar licht fantastische Antwerpse Museum Mayer van den Berg kan aanschouwen, schilderde Pieter Bruegel de Oude (ca 1525 – 1589) deze legende op een bord als één van de twaalf mini-schilderijen die het straffe verhaal achter de Maneblussers symboliseren. De man die op de maan pist met het opschrift: “Vat ick vervolghe eb geraecke daer niet aen / ick pisse altyt tegen de maen” (“Wat ik ook nastreef, ik bereik het niet, ik pis altijd tegen de maan: ik kom er altijd ongelukkig af”), vormt een segment van het grotere werk TWAALF SPREUKEN OP BORDEN (apart geschilderd vanaf 1558, maar vermoedelijk in de 17de eeuw als één paneel samengevoegd). Volgens de overlevering kwam die bewuste nacht een man uit de kroeg gestameld en bij het aanzicht van wat hij meende te zien, sloeg deze in alle paniek groot alarm. Mogelijk beneveld door enkele kruiken gerstenat dacht hij namelijk dat er rook uit de toren van de kathedraal kwam en bijgevolg loeide de alarmbel half Mechelen wakker. De uit hun slaap gerukte buren dachten hetzelfde te zien en in een staat van massahysterie verzamelden de burgers zich in een wip om als een samengestelde ketting emmers water aan te dragen en zo hopelijk tijdig het vuur te blussen. Toen de ketting eenmaal de nok van de toren had bereikt, was de maan echter verder opgeschoven en werd het duidelijk dat al die paniek voor niets was geweest. Wist de nog slaapdronken burgerij veel dat door de combinatie van de volle maan en een lage bewolking dit realistisch rossig rookeffect werd veroorzaakt? Tot op de dag van vandaag koesteren Mechelaars hun spotnaam Maneblussers a.k.a. nachtraaf en vernoemde brouwrij Agnus er zelfs een eigen bier naar; om nog maar te zwijgen van Mechelse Maantjes (koekjes), of het jaarlijkse Maanrock festival.

Misschien was dit voorval reeds een voorbode, want daarnaast staan Mechelaars bekend vanwege het zogeheten ‘kreften’. Dat wil zeggen: in die zin over alles wat men kan bedenken klagen en zagen tot de volgende volle maan zich aanbiedt, maar daar in verhouding niets tegenover willen stellen. (En daar zijn ze zodanig goed in geworden dat kreften gewoon werd opgenomen in het Vlaams Woordenboek!?) Integendeel, want van mijnentwege talloze gespendeerde nachten – in het overigens destijds, en naar ik vrees het huidige, povere Mechelse uitgaansleven – illustreerden dat deze zelfverklaarde krefters in feite berusten in hun lot, maar niet in het minste bereidwillig zijn om daar iets aan te doen.

Hoewel opperhoofd Stef Lernous en Abattoir Fermé au contraire net wel initiatiefnemers zijn, kan deze eigenschap onrechtstreeks ook worden ontwaard in de jongste creatie HOTEL POSEIDON (2021). Deze eerste langspeelfilm, die als existentiële horrorfilm werd volgestouwd met zowel de nodige humor alsook de typerende tragiek, kan tellen als surrealistische apotheose die het 20-jarige jubileum van het Abattoir Fermé collectief perfect markeert.  

Dave (een overigens verbluffende Tom Vermeir) lijkt namelijk zo’n sociaal geval te zijn, die zich heeft berust in zijn uitzichtloze leven. In het geërfde, maar uiterst bouwvallige hotel van zijn vader schuurt Dave van dag tot dag tegen de wanden van zijn grenzen aan en verslijt derhalve letterlijk zijn dagen in zijn eigengemaakte gevangenis. Zijn dominante moeder (Tania Van Der Sanden), of meer nog zijn verwijtende en als regelrechte nymfomane op seks beluste vriendin (Ruth Becquart), maken het leven van de mentaal (en bij uitbreiding lichamelijk) impotente Dave een ware hel. Dave is geestelijk zo opgebrand dat hij naast zijn dagelijkse dosis pillen, enkel een vlucht kan nemen in het beluisteren van white noise (ruis) op zijn aftandse walkman. En zo steelt die uitermate heimelijke dief tijd, dag in, dag uit, alle levenslust uit Dave zijn uitgebluste bestaan.

Totdat er op een gegeven moment een aangespoelde toeriste (Anneke Sluiters), de tegensputterende Dave overhaalt haar in het onfunctionele hotel binnen te laten. Vanaf dit moment krijgt het leven van Dave een nieuwe wending, maar is dit wel het keerpunt dat hij wil krijgen? Mede door het aandringen van een volstrekt onbetrouwbare vriend (Dominque van Malder) transformeert het anders zo doodse en vervallen hotel plots in een meeting point van dionysische spoken.

Een resem demonen uit het verleden blijken nog springlevend te zijn en hebben duidelijk zin in een party waarin pakweg de in La Mirada Fuerte #2 besproken Joel-Peter Witkin zelfs geblinddoekt een diabolisch tableau vivant uit zou kunnen puren. Alleen al om zich te laten inspireren om zijn negen cirkels van de hel op te pimpen, zou Dante zelve met plezier afzakken naar de aarde om deel te nemen aan deze bacchanale orgie vol onzedelijkheden en andere vetlapperij. Het resultaat is dan ook een hallucinante afdaling in de helse krochten van Dave zijn eigen geblokkeerde brein. Voor Dave is het één grote nachtmerrie, maar is het wel een droom? 

Wie eerder al theaterstukken van Abattoir Fermé heeft meegekregen, zal in de eerste plaats de nieuwerwetse dialogen opmerken. Geen paniek echter, want ondanks dat het proces van hun eigengemaakte cinematografische theater ditmaal omgekeerd werd, voelt alles vertrouwd aan. Als vanouds zetten het grimmige, het donkere en het absoluut on-perfecte, de toon in dit onmiskenbare, van de pot gerukte Abattoir Fermé universum. Overigens opnieuw een pluim voor Kreng, die hierbij een kreng van een soundtrack wist aan te plakken.

Qua decor wordt er nog steeds in afgelijnde boxen gedacht, maar in het geval van HOTEL POSIEDON is het wel een aaneenschakeling van verschillende boxen die het hotel vertegenwoordigen en zodoende geeft dit iets meer speelruimte.  Check alleen al Tante Lucy (Tine Van den Wyngaert) maar eens…

Niet onbelangrijk is dat deze film voor Corona al in de steigers stond, en dus zeker niet tijdens de lockdown tot stand is gekomen. Weliswaar liep de post-productie enige achterstand op, maar Stef verklaarde dat dit eigenlijk de verdere uitwerking alleen maar ten goede kwam.

Sterker nog: net voor de lockdown werd een figurantenoproep gelanceerd om dé partyscene in het hotel in te vullen. Enigste vereiste was dat je kon drinken en feesten en dat was voor deze vrijbuiter uiteraard trigger genoeg om mee te dingen voor een mogelijk plekje in het feestgedruis. (Uiteindelijk werd echter de voorkeur aan Mechelse inwoners gegeven, dus dat feestje is voor ondergetekende helaas niet doorgegaan.) 

Nu ik de film eindelijk in – weliswaar Nederlandse – première gezien heb, valt er een nieuwe puzzel van een gans ander kaliber samen en dat maakt deze prent onbewust extra persoonlijk. Vooraleer ik mijn toelichting hieromtrent start, is het misschien nuttig om eerst een persoonlijke ervaring te onderstrepen. Namelijk ondanks het feit dat ik na een bijna-dodelijk ongeval in een kunstmatige coma werd gebracht, ik aan de lijve heb mogen ondervinden wat voor een actieve geest er onder de hersenpan schuilt. Uiteraard ben ik er van overtuigd dat we allemaal wel degelijk dromen, maar persoonlijk kan ik me daar normaal gezien zelden iets van herinneren. Wonderwel kan ik echter tot in concrete geuren en kleuren alles voor de geest halen wat er zich allemaal tijdens die coma in mijn onderbewustzijn afspeelde. Het enige is dat er hoegenaamd geen tijdsbesef was en dat nochtans uit het leven genomen situaties bijgevolg volstrekt onwillekeurig dooreenliepen; wat overigens onwaarschijnlijke combinaties teweegbracht die op hun beurt eveneens een film waard zouden zijn.

In dit geval deed HOTEL POSEIDON een vergelijkbare diabolische puzzel opborrelen, die zich vanuit mijn eigen onderbewustzijn manifesteerde tijdens mijn coma. Iedereen die me een beetje kent, weet dat ik graag actief help sleutelen aan wat er met name ondergronds allemaal leeft en dwaalt. Hetzij sinds mijn ongeval op een aangepaste manier, staat mijn hele leven in het teken van wat de underground aanbrengt en daarmee is het ook niet zo verwonderlijk dat dergelijke dromen komen bovendrijven.

Zo word ik al quasi heel mijn leven uitgenodigd op de meest waanzinnige performances op veelal totaal geflipte locaties, maar in dit specifiek geval moest ik tijdens één van die momenten in mijn coma opstijgen naar de toekomst. Als Dj werd ik namelijk uitgenodigd om platen te spinnen in de bekende cultuurtempel Melkweg in Amsterdam. Jawel, het wordt effectief zeer spooky, want wat ik niet wist was dat Amsterdam geheel was lamgelegd door een zeer agressief virus. U begrijpt mijn ontsteltenis toen ik bij aankomst mocht aanschouwen hoe verlaten de normaliter zeer levendige metropool er bij lag. In heel de stad viel er geen kat te bespeuren, laat staan een obligate luidruchtige Amsterdammer die van zijn gat staat te maken voor tweemaal niets. Zelfs aan de backstage ingang van de Melkweg was er geen teken van leven, maar gedreven door een stuwende curiositeit gingen ik en mijn toenmalige vriendin binnen in een blijkbaar verlaten concertzaal. Net als in HOTEL POSEIDON was het interieur besmeurd met lege flessen drank en overal lagen er sigarettenpeuken en andere smurrie. Eenmaal aangekomen in de grote zaal, bleek er op het podium een pick-up te staan draaien, waarop een plaat bleef hangen. Noem het beroepsmisvorming, maar dat specifieke geluid – dat overigens sterk refereert aan de white noise waarin Dave zich wentelt – lokte me naar het podium en voor ik het wist zakten we allebei door het podium. Daar lagen we dan; pal in de catacomben van de Amsterdamse cultuurtempel. Maar net daar bewoog wel het één en ander. Al dan niet bekende musicgeeks van over heel Europa hadden verzamelen geblazen voor dit zogenaamde Yesterdayland, waar ik de affiche van sierde. Nu is dit op zich niet zo raar, want in die tijd stond ik op letterlijk honderden feesten te draaien en tijdens de periode dat ik daar school liep dus ook in de Amsterdamse muziektempels. Een beetje zoals op Sinner’s Day blijft het echter een raadsel vanonder welke steen al die verfomfaaide creaturen kwamen gekropen, maar het werd duidelijk dat ik dus een heel andere functie bekleedde dan als top of the bill dj voor al die scheefgaande alternativo’s. Al snel werd duidelijk dat ik maar een lokmiddel bleek te zijn, zodat allerhande spoken en demonen uit een schimmig verleden zich wellustig konden voeden aan de confronterende hypocrisie die bij de genodigden opgewekt werd in deze tuin-der-lusten en dan met name in het laatste luik van Bosch zijn magnum opus.

“Persistence is all

Paradoxaal genoeg werd mijn idee van de hel niet gevormd door het metal-milieu waar ik ben in opgegroeid, maar wel specifiek op de verjaardag in het nieuwe millennium van wat later één van meest dierbare vriendinnen bleek te zijn. Nooit zal ik vergeten hoe Coils “Blood From The Air” door de prestigieuze Royal Festival Hall in Londen galmde om een beetje later de overgang naar het nieuwe millennium letterlijk in vuur en vlam te zetten.

‘The World is in pain

And should be put down

And God is a sadist

And that he knows it”

HOTEL POSEIDON speelt nog op volgende data:

vr 8-okt-2021 – 22u30 – Lumière Mechelen

za 9-okt-2021 – 22u30 – Lumière Mechelen

di 12-okt-2021 – 20u – Lumière Mechelen

do 21-okt-2021 – 22u15 – Cartoon’s Antwerpen

do 21-okt-2021 – 22u15 – Lumière Brugge

vr 22-okt-2021 – 22u30 – Cartoon’s Antwerpen

vr 22-okt-2021 – 22u30 – Lumière Brugge

za 23-okt-2021 – 22u30 – Cartoon’s Antwerpen

za 23-okt-2021 – 22u30 – Lumière Brugge

za 23-okt-2021 – 22u15 – Lumière Mechelen

za 30-okt-2021 – 22u30 – Cartoon’s Antwerpen

zo 31-okt-2021 – 20u – Lumière Mechelen

zo 31-okt-2021 – 19u45 – Cartoon’s Antwerpen

En in volgende cultuurhuizen:

13-okt-2021 – Cc De Kern (Wilrijk)

21-okt-2021 – Cc Mortsel

03-nov-2021 – Budascoop (Kortrijk)

09-nov-2021 – Cultuurhuis Tessenderlo
16-nov-2021 – De Velinx (Tongeren)  
09-dec-2021 – CCHa (Hasselt)
09-dec-2021 – Cc Ter Vesten (Beveren)

14-dec-2021 – Cc Westrand (Dilbeek)

15-feb-2022 – Cinema Plaza (Duffel)

06-mrt-2022 – De Meent (Alsemberg)

23-mrt-2022 – CC De Ploter (Ternat)

Alle verdere informatie:

https://www.hotelposeidon.film/

  

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: