Op het moment van dit interview is Vanessa Morgan haar nieuwste boek in haar finale fase. Hier wordt later nog op ingezoomd, maar aangezien Vannessa Morgan in België nagenoeg onbekend is voor haar schrijfkwaliteiten die haar over de plas nochtans de geuzennaam Het–Belgische-antwoord-op-Stephen King opleverde, is het de hoogste tijd om hier enige verandering in te brengen. After all, reading is believing, n’est-ce pas?

We mogen U daar zelfs bij helpen. Ook hier wordt eerdaags nog het vergrootglas over gehouden, want aangezien op 8 september de 14de editie van het Brusselse Offscreen Filmfestival van start gaat kan dat uiteraard niet onopgemerkt voorbij gaan. Dit jaar snijdt het cultfestival met zijn module ‘Eco-Horror & Climate Fiction’ één van de meest brandende actuele thema’s van het moment aan en kan U via onderstaande links meedingen naar één van de vijf paperbacks van Vanessa Morgan’s eerste filmboek WHEN ANIMALS ATTACK: THE 70 BEST HORROR MOVIES WITH KILLER ANIMALS (2016). Net als mijn favoriete Waalse poes Jasmin al een tijdje dol draait van die bedreigend veranderende klimaatverandering, laat staan de impact die moeder natuur al meer dan 250 jaar door de mens zijn toedoen te verduren heeft gekregen, maakt dat al die te gek om los te lopen killer animals weleens dichterbij sluipen dan U zelf vermoedt. Om in aanmerking te komen om één van de boeken te winnen, hoeft U enkel uw favoriete Eco-Horror film die het festival presenteert op te geven en eventueel van een kleine commentaar te voorzien op onderstaande links en vervolgens worden de winnaars via diezelfde kanalen op 4 september bekend gemaakt. Easy peasy, right?
Wat doet die mysterieuze Vanessa Morgan echter?


Naast haar vroegere journalistiek (film)werk dat ze in een vorig leven voor verschillende pers en media schreef, heeft Juffrouw Morgan ondertussen vijf fysieke boeken – en hun Kindle edities – maar ook nog eens vijf aparte Kindle boeken op haar conto staan, waarvan enkele verfilmd zijn en daarbovenop zelfs een award hebben gewonnen. As we speak wordt er ook naarstig gesleuteld aan scenario’s voor enkele opkomende films, schrijft ze daarnaast ook nog essays voor verschillende re-releases van cultfilmklassiekers, of presenteert zij niet alleen cultfilms, maar programmeert zij ook nog op verschillende (inter)nationale filmfestivals. Ze wordt ook geregeld gevraagd als gastspreker voor een module die is opgebouwd rond één of meerdere segmenten uit haar nieuwe boek.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over Traveling Cats, een blog waarin katten die ze ontmoet op haar reizen de hoofdrol spelen en die elke poezen-adept zal doen likkebaarden (Links onderaan.) Een bezig bijtje dus, maar laten we hier focussen op wat Juffrouw Morgan ook tijdens coronatijden als voornaamste bezighoudt en dat is het schrijven en samenstellen van boeken.

VANESSA MORGAN: IEP QIEP IEP SQIEK….(= Vanessa die dit interview zelf spontaan inluidt met een vervaarlijk sqiekende begeleiding, als voorbode dat je in het toepasselijke Duiveltjes – het bestaat echt – nooit op je gemak zit.)

SVN’s UNSANE VORTEX: Dank je wel voor deze spontane inzegening hier in Duiveltjes, waar – om u een idee te geven – een pittoreske wandeling bestaat uit over het nabijgelegen sfeervolle kerkhof te dwalen, of waar helikopters met argusogen en andere apparatuur het aanpalende rape alley controleren, of waar mensen ongegeneerd bomen uit het bos komen sleuren om waarschijnlijk iemand in hun kelder te kruisigen. Of waar men vlak aan het recent gepleegde moorddrama in het verderop gelegen en zogenoemde murder cafe aan één of ander bovennatuurlijk scenario kan werken. Jawel, ter inspiratie voor het opkomende nieuwe boek, zit ik hier helemaal op mijn plaats.
VM: (Lacht zichzelf dubbel)
SUV: (beiden bekomend) OK, alle gekheid op een paal gespiesd: indien ik het goed heb begrepen, is naast je initieel werk als freelance journalist, jouw drang om te schrijven beginnen groeien toen je nog in Londen woonde?

VM: Jawel, ik schreef toen uiteraard al voor mijn journalistieke activiteiten, maar toen ik in Londen woonde ging ik heel vaak naar theaterstukken kijken en bizar genoeg is de liefde voor fictie – en ook om beginnen te schrijven – daar ontkiemd. Meer specifiek toen ik op een podium in Londen een theaterbewerking zag van AS I LAY DYING, dat William Faulkner in 1930 schreef (niet te verwarren met de gelijknamige metalcore band uit San Diego, nvdr), is die vonk voor fictie maar vooral ook om zelf beginnen te schrijven voor de allereerste keer overgesprongen, om me blijkbaar niet meer los te laten.

SUV: William wentelt zich vanwege dit toch wel ultieme compliment nog eens lekker geheel om in zijn graf in Oxford, Missippi. Had je dan het idee opgevat om zelf theaterstukken te beginnen schrijven?
VM: Nee, dat niet op zich. Het was meer vaag. Het was eerder dat ik die bewerking toen zo mooi en zo ongelooflijk indrukwekkend vond, dat ik echt besefte dat ik zelf ook zoiets zou willen schrijven.
SUV: Een epifanie als het ware, maar ik veronderstel dat dit een proces is dat toch moet groeien? Je kan misschien wel het besluit nemen om te beginnen schrijven, maar zo evident is dat toch allemaal niet?
VM: Nee, helemaal niet. En al zeker niet in het genre van Faulkner. (Lachend) Wat het ook niet geworden is. Integendeel, maar ik herinner me nog zo goed wat ik toen voelde, dus die passie is op één of andere manier echt wel dankzij hem ontvlamd.
SUV: Toen je In Londen woonde, werkte je toen als freelance journaliste voor specifieke Engelse pers?
VM: Zeker, maar niet alleen Engelse kranten. Ik schreef toen ook al over onder meer film voor verschillende kranten en pers in zowel binnen- als buitenland, waarvan een deel ook zeker in België.

SUV: Ik realiseer me net: eigenlijk is het onwaarschijnlijk hoe we dat vroeger toch allemaal deden. Mogelijk nog met zo’n computer van een verdieping groot, maar was er eigenlijk al internet?
VM: Jawel, maar dat stond echt nog in zijn kinderschoenen. Dat ging echt heel moeizaam met steeds dat inbellen en dat was toen ook heel duur zelfs. Het was zeker niet zo dat ik daar met mijne wifi op mijn kamertje zat en zo kon werken. Dat bestond toen nog niet. Ik leefde toen ook in een huis met anderen en moest echt gaan vragen om eventueel even de computer te mogen gebruiken.
SUV: Zelf heb ik dat altijd fascinerend gevonden dat je er bijvoorbeeld hier een papier inpropt en dat het er ettelijke minuten later op een andere locatie op dezelfde manier uitkomt, maar de faxmachine draaide toen nog overuren waarschijnlijk?
VM: Jazeker, heel veel faxen. Dat was toen de meest gangbare manier om stukken uit te wisselen. Alhoewel dat ik destijds in België ook nog mijn ruimte had bij mijn moeder en daar had ik nog een oude computer. Nog echt zo een gigantische bak, maar waar ik wel op kon schrijven en werken.

SUV: Ik wil niet stereotiep denken, maar van kleine meisjes zou je niet onmiddellijk verwachten dat zij van horror houden, laat staan rare wezens kussen?
VM: Jawel, zelfs toen ik nog heel klein was, fascineerde mij dat al. Er zijn heel veel soorten van horror natuurlijk. Ik zeg maar iets gore, torture horror, found footage of zelfs ghosts. Ik kijk echt naar alle genres van horror, maar mijn echte voorkeur zijn toch monsters die me blijven intrigeren. Kleine monsters, grote monsters; als het maar een monster is.
SUV: De alom vertegenwoordige Godzilla’s hier in Duiveltjes, die ik anders nooit tegenkom?
VM: (Al lachend) Jawel, onder andere de Cthulhu of Godzilla’s die je hier in de verschillende hoeken van mijn woonst ziet staan.

SUV: Op een gegeven moment is het dan zo ver. Je begint te schrijven, waarschijnlijk in samenhang met het obligate schrappen, maar hoe ga je dan verder concreet te werk?

VM: Doordat ik zo van film hou, lijkt het logisch dat ik filmscenario’s zou schrijven. Wat ik ook gedaan heb hoor en hoewel dat in de filmwereld gebruikelijk is, had ik redelijk snel het gevoel dat ik mezelf niet constant wilde liggen te pitchen of mezelf te verkopen. Daarbovenop is er ook nooit de zekerheid van zelfs nog maar opgepikt te worden.
SUV: Dat klinkt inderdaad alsof er geen enkele zekerheid geboden wordt?

VM: Nee, geen enkele. Je schrijft bijvoorbeeld een stuk en steekt daar dan maandenlang energie in, maar voor letterlijk hetzelfde geld is het misschien voor niets. Of wordt het wel aangenomen, maar gaan ze het misschien aanpassen, of zetten ze aan het originele stuk ineens nog tien andere schrijvers om het gewoon te herschrijven.
SUV: Kan dat dan niet opgelost worden met een soort clausule in een contract, die bepaalt dat jouw geschreven stuk in zijn originele versie dient te worden behouden?

VM: Ja, dat kan zeker. Maar dan moet je toch al een grote naam zijn die op een leger advocaten kan rekenen. Dat zijn dan al hele juridische constructies waar natuurlijk een navenant prijskaartje aan vasthangt. En wie zegt dat indien men zich 100% aan het scenario dient te houden dat het nog interessant is om aan te kopen?
SUV: Naar verluidt drukken filmmakers effectief graag hun eigen stempel door. Van een aantal bevriende andere schrijvers hoor ik ook dat het zo moeizaam is met uitgevers die vooral op safe bets lijken te mikken. Naar mijn gevoel is het horrorgenre sowieso al een niche op zich, maar hoe verloopt dat dan om je boek gepubliceerd te krijgen?

VM: Dat is een hele rit geweest. Ik ben begonnen met boeken te schrijven die enkel via Kindle konden worden aangekocht. Dat was hier toen totaal onbekend, maar in de states in dat a huge thing. Toen mijn eerste fysiek boek DROWNED SORROW (2013) klaar was, kwam net het zogenaamde selfpublishing op, dat in eerste instantie in een slecht daglicht stond. Maar toch werd dit populair, omdat echt grote schrijvers hier stilaan ook beroep op begonnen te doen.
SUV: Die grote schrijvers zullen waarschijnlijk ook wel hun fratsen meegemaakt hebben met al die uitgeverijen, maar op die manier lokten ze misschien onbewust de meer independent schrijvers, die elders waarschijnlijk amper aan de bak konden komen?

VM: Als ik naar mezelf kijk, sprak deze toch alternatieve manier me haast onmiddellijk aan. In de eerste plaats omdat deze manier toch al een zekerheid garandeert die je elders heel moeilijk kan vinden. Ik kan niet alleen beginnen schrijven, ik kan ook nog eens 100% mijn eigen ding doen en daarbovenop wordt het zeker uitgebracht. Ik probeer uiteraard een mooi product te creëren, maar in combinatie met de noodzakelijke promotie om mensen te stimuleren, kan ik er in geval van eventuele verkoop haast onmiddellijk een beetje centjes mee verdienen. Waarom zou ik deze stap dus niet wagen?
SUV: Er zullen nog wel factoren meespelen, maar via deze weg kan je het misschien inderdaad wel wat sturen?

VM: (Lacht) Mooi gezegd, maar ik kan het inderdaad wat sturen. Zoals je aanhaalt zijn er verschillende factoren in het spel, maar het voelt in ieder geval aan of ik dingen een klein beetje in de hand heb, wat in tegenstelling tot bij een uitgever niet altijd het geval is. Ondertussen heb ik toch een aantal verschillende soorten boeken uitgebracht – dus niet enkel fictie – en ik merk dat net fictie bij mij het minst goed lijkt te marcheren. Wat ik vooral zo gek vind is dat AVALON zo goed verkoopt, terwijl dat boek zich bij wijze van spreken vanzelf heeft geschreven, maar dat andere boeken waar ik zo hard aan gewerkt en gesleuteld heb amper worden bekeken. Nu, zo gemakkelijk gaat dat ook niet hoor, want dan heb ik het nog niet gehad over de obligate promotie. Zo moet ik zelf zorgen dat er reviews komen, moet ik interviews geven, signeersessies organiseren etc.
SUV: Dat heb je me eens gezegd, maar ik schrik daar toch wel van. In Amerika wordt je toch niet zomaar als Het-vrouwelijke-antwoord-op-Stephen-King bejubeld?
VM: Dat is inderdaad wel wat verwarrend, maar mijn eerste, echte succes werd bereikt omdat ik toevallig een boek had geschreven over mijn toenmalige en bovengenoemde kat, AVALON: A HEARTWARMING TRUE CAT STORY (2015). Het is een waargebeurd verhaald over mijn kater die op een gegeven moment helaas was overleden, maar mijn liefde voor Avalon was zo groot dat ik echt iets wilde doen om hem te eren en hem te herdenken. Wat ook gelukt is, want Avalon heeft niet alleen rollen gekregen in de verfilming van mijn scenario’s THE STRANGERS OUTSIDE (2010) en NEXT TO HER (2015), maar hij verschijnt ook in mijn vampierenverhaal A GOOD MAN (2012) dat Steve de Roover onder zijn Franse titel UN BIEN HOMME (HISTOIRE DE VAMPIRE) heeft verfilmd en heeft opgenomen op zijn bekroonde documentaire FORGOTTEN SCARES: AN IN-DEPTH LOOK AT FLEMISH HORROR CINEMA (Zeno Pictures, 2017).

SUV: Je wilde Avalon een literair standbeeld geven?
VM: Voilà, daar zeg je het. Het is dan ook een autobiografisch boek geworden, dat uiteindelijk een mega-bestseller is geworden die zichzelf verkoopt en blijft verkopen zonder dat ik daar enige moeite voor moet doen. Ik begrijp het zelf ook niet zo goed, maar mensen blijven AVALON vinden en herkennen zich daar misschien in.
SUV: Volledig gegund uiteraard, want zoals je zelf al zegt is het een uiterst persoonlijk boek, waarin naast de protagonist Avalon, ook jijzelf een belangrijke rol speelt en waarin je jezelf ook kwetsbaar opstelt. Daar is toch behoorlijk wat moed voor nodig en al zeker in een klimaat waar dankzij bijvoorbeeld voor iedereen beschikbare middelen als sociale media de vuilnisbak van de wereld lijkt te zijn geworden?
VM: Het klopt dat AVALON er bijna kwam uitgerold, maar het moeilijke voor mezelf was vooral eerlijk te zijn – en te blijven – vanwege al die persoonlijke dingen die er in verweven zitten. Zaken die ik nog nooit tegen iemand had durven zeggen, maar die allen bijdroegen tot waarom ik zo overdreven gehecht was aan Avalon.
SUV: Je kon het van je afschrijven als het ware?
VM: Zoiets ja, maar het was echt niet evident om mijn eigen twijfels en onzekerheden, nog gezwegen van mijn eigen negatieve kanten, zo in het gezicht aan te kijken. Dit was heel confronterend voor mezelf en ik heb dan ook lang getwijfeld om dit met de rest van de wereld te willen delen, omdat het vaak ook pijnlijk was. Dat was dan ook het knelpunt, maar het was in die zin noodzakelijk: als ik oprecht AVALON zijn verhaal wilde vertellen zoals het was, dan moest ik ook eerlijk zijn naar mezelf toe.
SUV: Ik kan me voorstellen dat dit voor jou eigenlijk letterlijk een stap in het ongewisse betekende?
VM: Ik moet bekennen dat ik toch even met het idee heb gespeeld om misschien toch wat fictieve elementen toe te voegen om mezelf in plaats van dat onzekere meisje etc (proest het uit) bij wijze van spreken toch een beetje beter te maken. Maar hoe pijnlijk en confronterend ook, op den duur heeft het idee van eerlijk te blijven voor AVALON overwonnen en dat is uiteindelijk de kracht van het boek geworden.

SUV: Zo werd de Romeinse keizer Nero er waarschijnlijk niet gelukkiger door, maar de Latijnse spreuk ‘Mundus vult depici, ergo decipiatur’ werd toegedicht aan één van zijn nochtans vooraanstaande hovelingen; meer bepaald Gaius Petronius Arbiter, die ten langen leste zichzelf van het leven benam om Nero en zijn terreurbewind voor te zijn. Hoe dan ook, deze best paradoxale spreuk vertaalt zich in ‘de wereld wil bedrogen worden, dus wordt zij bedrogen’, of in een meer moderne versie: ‘dus laat zij zich bedriegen’. Aangezien ik zelf eerlijkheid nogal hoog in het vaandel draag en ondanks dat deze stelling helaas op haast constante wijze door de realiteit wordt gestaafd, kan ik me nauwelijks bij deze cynische levensopvatting aansluiten. Met andere woorden, ik bewonder je moed dat je hier hebt in doorgezet, want ik geloof oprecht dat net die opgebrachte en diepgaande eerlijkheid het succes van AVALON verklaart. Maar dan: wat nu, na die hele AVALON rollercoaster?

VM: Dank je wel. Zoals eerder gezegd is AVALON – naast het boek zelf – ook nog vereeuwigd in een kortfilm, waarvoor ik het scenario NEXT TO HER (2015) heb geschreven en dat zelfs de Sundance Channel Audience Award in 2016 heeft gewonnen. Na AVALON zijn er via Kindle nog een aantal ficties verschenen, maar omdat ik zo veel van film hou kreeg ik op een bepaald moment het idee om iets meer rond het medium film te doen.
Er bestaan natuurlijk allerhande filmboeken, maar meestal beperkt dit zich tot een overzicht, of een analyse van een bepaalde regisseur. Bijgevolg groeide de insteek om eventueel proberen samen te werken met verschillende filmhistorici, filmregisseurs en filmcritici etc die dan elk hun favoriete film binnen één heel beperkt sub-genre zouden bespreken. Voor zover ik weet was dit nog niet eerder gedaan en bijgevolg ben ik in mijn netwerk beginnen rondluisteren om te kijken of hiervoor interesse zou zijn.

SUV: Een welgesmaakte niche in de niche dus eigenlijk. Net als de Italiaanse regisseur Enzo G. Castellari (die Tarantino als eerbetoon voor diens INGLERIOUS BASTARDS uit 1977, hem een cameo in zijn eigen versie van de gelijknamige film gaf als een Duitse Motor squad commander), zich hier verdiept in wat mijn collega over zijn THE LAST SHARK (1981) weet te vertellen. Voila, entrada…
VM: (zeer enthousiast) WHEN ANIMALS ATTACK: THE 70 BEST HORROR MOVIES WHEN KILLER ANIMALS ATTACK (2016), waarvoor jijzelf dan THE DEVIL BAT van Jean Yarbourough uit 1940 voor je rekening hebt genomen, waarvoor dank.
SUV: Zelfs al was Bela Lugosi nog half in verval, die uitnodiging om aan dit project mee te bouwen, beschouw ik nog steeds als een grote eer die me ondertussen met dit derde boek tot in de krochten van de hel heeft gemurwd waarvan ik het bestaan nog niet eens van afwist. Waarvoor dank, haha. Het blijft echter toch een ietwat riskante onderneming omdat er geen geijkte parameters zijn of hier ook interesse voor zou bestaan?
VM: Een mogelijke parameter is de verkoop zelf, maar zoals eerder gezegd kan qua verkoop voorlopig geen enkel ander boek aan AVALON tippen. Niettemin mag toch gezegd worden dat tot nu toe WHEN ANIMALS ATTACK mijn tweede best verkocht boek is gebleken en dat we hier dan ook opnieuw van een succes mogen spreken.

SUV: Van al die jaren dat we nu samenwerken of elkaar kennen, blijf je me steeds verbazen wat een vat-vol-ingevingen je eigenlijk wel niet bent. WHEN ANIMALS ATTACK was nog niet uit, of je stond al klaar met een volgende idee om er opnieuw in te vliegen?
VM: Ja, ik vond het ook zo fantastisch om met al die verschillende schrijvers en filmmensen samen te werken, die passie rond film te delen en uiteindelijk ook te bundelen. Langs de andere kant dacht ik dat het ook leuk zou zijn om via in dit geval WHEN ANIMALS ATTACK het publiek eens in contact te brengen met een boek dat verder gaat dan pakweg JAWS (1975) en films aanreikt die zij mogelijk niet kennen. (Lacht) Voor alle duidelijkheid: JAWS wordt wel degelijk besproken door één van mijn schrijvers.
Van hieruit is de bal wel aan het rollen gegaan, want hetzelfde idee – maar ditmaal met als thema heel bizarre vampierenfilms, bedoeld voor mensen die eigenlijk niet van vampieren houden – resulteerde uiteindelijk in STRANGE BLOOD: 71 ESSAYS ABOUT OFFBEAT AND UNDERRATED VAMPIRE MOVIES (2019), waar jij onder meer met je essay over ASWANG: THE UNEARTHING (1994) en de aanhangende Filipijnse folklore wel hoge ogen hebt gegooid. (Bovenaan een verbaasde Harry Kümel omdat ik hem als eregast op het BUT-Filmfestival in Breda – via STRANGE BLOOD en zijn essay over DAUGHTERS OF DARKNESS uit het gezegende jaar 1971 – zijn welverdiende ereplaats in deze uitgekiende galerij-der-ondoden mocht overhandigen. Deze legendarische Belgische cultregisseur zit ondertussen zelf op tram acht, maar hij blijkt nog verbazingwekkend levend, nvdr)
Maar na deze release kwam ik zelf plots in een soort stroomversnelling terecht, want ineens werd ik verschillende keren als gastspreker uitgenodigd, of om films te presenteren die in mijn lijn liggen, of werd ik uitgenodigd om modules op verschillende filmfestivals in binnen- en buitenland te helpen programmeren en vervolgens te presenteren. Daarnaast werk ik ook bij het Offscreen Film Festival, waar ik ook programmeer. Eigenlijk kan je die werking een beetje vergelijken met mijn boeken, want ook het festival werkt heel thematisch met verschillende modules.

SUV: Met al die nevenactiviteiten zou je je kunnen afvragen of er überhaupt nog tijd over schiet om daadwerkelijk nog wat te schrijven?
VM: Mijn voornaamste bezigheid is inderdaad schrijven over film en natuurlijk programmeren, maar toch blijf ik steeds met fictie bezig. Het moet echter gezegd worden dat dit meestal eerder toevallig blijkt te zijn. Zo zijn er momenteel verschillende projectjes lopende, waar ik helaas nog niet teveel over mag zeggen. Tenzij misschien dat ik het essay kan vermelden dat ik heb geschreven voor David Cronenberg’s CRASH (1996) en NAKED LUNCH (1991), dat bij Arrow wordt uitgegeven en waar het prachtig artwork is verzorgd door onze eigen Gilles Vranckx (zie ook Cinematic Conundrum #3). Het komt er op neer dat ik zeker actief blijf, maar dat het inderdaad eerder nevenactiviteiten blijken in verhouding tot de rest van wat ik allemaal doe dat soms wel allemaal ineens lijkt te komen.
SUV: Vele kleintjes maken één grote natuurlijk en die bal blijft maar glijden dus?
VM: Zeker en vast. Ik heb nog zoveel ideeën, maar ook het feit dat ik met zoveel getalenteerde schrijvers kan werken die zelf ook heel veel filmkennis hebben en soms met zulke straffe suggesties afkomen dat ik het soms haast niet kan geloven. Ik denk er vaak over na waar ze in godsnaam toch steeds die films vandaan halen.
SUV: Soort zoekt soort misschien?
VM: Het is inderdaad vaak te danken aan hun eigen kennissen in het buitenland, die op hun beurt ook in film geïnteresseerd zijn, maar waar wij hier nog nooit van gehoord hebben. Dan praat ik over films uit Turkije, Egypte of de Filipijnen bijvoorbeeld, die nooit vertaald zijn geweest of zelfs geen ondertitels hebben.
SUV: Op die manier wordt het zelfs voor een multiple talenknobbel lastig om alle onderhuidse gelaagdheid te volgen natuurlijk.
VM: Vaak zijn het vrienden die films wel kennen, maar het zo’n zonde vinden dat de rest van de wereld dit niet kan verstaan, dat zij zich vervolgens zelf ontfermen over de ondertitels om toch maar een groter bereik te genereren. Het is natuurlijk zo dat – tenzij wij zelf aankopen zouden doen in pakweg Manilla – wij als Belg waarschijnlijk niet in contact zouden komen met dergelijke films.

Wat ik zo interessant vind aan de kennis van die gepassioneerde vriendenkring is dat je niet alleen veel kan leren over de filmindustrie in het buitenland (die vaak heel anders is dan wat wij gewoon zijn), maar dat ook de thematiek wordt aangereikt die gans anders is, of mythologieën waar ze in die landen daadwerkelijk in geloven maar waar wij in het Westen waarschijnlijk geen benul van hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan de vampierachtige Tijanak uit de Filipijnen, die in feite een evil baby is, maar waar hoogstwaarschijnlijk nog maar weinig Belgen kennis mee gemaakt hebben. Dat vind ik dan zelf hoogst interessant om te kunnen samenwerken met schrijvers die zelf hun steentje kunnen bijdragen of zelf hun stempel kunnen drukken.

SUV: Als die interactie van op dezelfde golflengte te zitten kan blijven standhouden, ben je wel krachtig bezig natuurlijk.
VM: Ik denk dat ik dat ook probeer te stimuleren, maar onvermijdelijk gebeurt het wel eens dat een tekst gewoon niet goed genoeg is, of op een andere golflengte zit om hem daadwerkelijk te gebruiken en dat vind ik dan zo jammer, want tenslotte heeft die persoon daar wel zijn tijd en energie in gestoken. Maar ik merk wel dat ik zelf ook steeds strenger word in functie van kwaliteit, omdat ik echt wel een mooi werk wil afleveren. Tegelijkertijd doe ik mijn uiterste best om de crème de la crème te behouden, want nogmaals: ik voel me gezegend dat ik met zoveel getalenteerde mensen kan samenwerken.
SUV: In afwachting van de release van EVIL SEEDS: THE ULTIMATE GUIDE TO VILLAINOUS CHILDREN, dank ik je vriendelijk voor dit openhartig en diepgaand gesprek en hopelijk liggen er nog veel productieve jaren in het verschiet.
VM: Dat is heel graag gedaan en inderdaad, hoogst waarschijnlijk botsen wij snel terug op elkaar.
More info about Traveling Cats :
http://www.traveling-cats.com/p/a.html#.YStCiY4zap4
Giveaway :
WHEN ANIMALS ATTACK: THE 70 BEST HORROR MOVIES WITH KILLER ANIMALS.
To win one of these books, all you have to do is leave a comment with the title of your favourite eco-horror movie (Links Below). The winners will be announced on Offscreen’s Facebook page on Saturday 4 September. Good luck!