

Ondertussen is een nieuwe cyclus gerond, want voor de zevende maal hing schilder Tom Liekens (°1977) zijn werken op in de Antwerpse galerij De Zwarte Panter die ondertussen reeds meer dan vijftig (!) jaar zijn positie als niet alleen nog zeer actieve, maar tevens ook als de oudste galerie voor hedendaagse kunst in België blijft handhaven. Bezieler achter deze multidisciplinaire kunsttempel is de 75-jarige Adriaan Raemdonck die zijn uniek bedevaartoord wonderwel met nog steeds hetzelfde honden-enthousiasme bestiert als tijdens zijn opening in 1968(!).

In tegenstelling tot pakweg kunstenaar Fred Bervoets heeft Tom er tot op heden nog geen standbeeld, maar dat wil niet zeggen dat hij geen kind aan huis zou zijn. Integendeel, met zijn verfijnde neus-der-kunsten stelde Adriaan twintig jaar geleden zijn kapel helemaal open voor het debuut van deze – toen tweeëntwintigjarige – wildebras, oorspronkelijk komende uit Heist-op-den-Berg. (Overigens zelf g(b)eleefd in dat stukje ongerepte Wild Wild Heist en tot op heden blijft dit bestempeld als het onbetwistbare Kempische equivalent van Twin Peaks.) Uit ons gesprek blijkt al snel dat er een zeer sterk aanwezig en wederzijds respect heerst dat zover gaat dat Adriaan zijn apostel(en) volledig de vrije hand laat inzake werk en opstelling. (Vergis u niet, dit lijkt misschien evident maar dat is het hoegenaamd niet.)

Een beetje kunstliefhebber zal wellicht bekend zijn met de werken van Tom Liekens, al was het maar vanwege de verschillende formaten die variëren van klein/middelmatig/groot tot enorm, maar dan ook enorm groot. (Mogelijk bij de grootste die U ooit te zien zult krijgen en dat is echt niet zo van de pot gerukt als het klinkt. Getuige bovenstaande opstelling in het Gentse Duivelsteen, 2019)

In de nasleep van hun groots opgezette ‘Buitenmaats Kunstenfestival TarmaX’ dat in 2017 meer dan 10.000 kunstliefhebbers wist te lokken naar weliswaar een voor afbraak bestemd rusthuis in het dorpje Meerhout maar wat net voor zijn sloop tot de nok werd volgestouwd met kunstwerken, nodigde CC De Werft (het cultureel centrum in mijn hometown Geel) het zelfverklaard infusiecentrum Tarmac uit voor een gastcuratorschap dat ‘Tarmac Zero’ (2019) werd gedoopt.

Tussen de 65 uitgeselecteerde kunstwerken hingen er ook verschillende schilderijen van Tom die niet onbesproken zijn gebleven. Integendeel zelfs! Met de natuur in al zijn grillen, of zeg maar tegennatuurlijke, niettemin sprookjesachtige fauna en flora of hoe de verhouding dier-mens-natuur compleet uit balans is gerukt als zorgwekkende onderlaag, schildert (of gelijk welke andere techniek) Tom vaak tot aan het groteske grenzende tableaus die telkens opnieuw verwonderen of zelfs verstommen.

Ten tijde van dit schrijven heerst er een globale pandemie dat zowat het menselijk halfrond in een onwrikbare wurggreep houdt, maar wie zich twee zomers geleden – dat naar aanleiding van het virus haast zelf in een museum belandde – nog dat groots Europees volksfeest kan herinneren, De Gentse Feesten, bevond zich misschien wel gewoon tussen de niet minder dan 20.600 opgedaagde bezoekers voor Toms expo dat in Geraard de Duivelsteen plaatsvond. Hier kreeg deze creatieveling namelijk als eerste de kans om naast een selectie schilderwerken, eveneens zijn monumentale – voor theater bedoelde – doeken in première te exposeren.


Aangezien ik in opdracht voor een opkomend boek onder meer een essay heb geschreven – gebaseerd op de elders besproken gelijknamige cultklassieker van William Golding uit 1954 – over de film LORD OF THE FLIES (1990), flitste tijdens dat schrijfproces vaak details van Toms ronduit hallucinante werken doorheen mijn brein. Ondanks ons romantisch beeld van de natuur is de blootstelling aan onze zogenaamde beschaving op de Westelijke hemisfeer en vooral de handelswijzen die de gecultiveerde mens hier bezigt misschien een minder zichtbaar soort barbarisme, maar indien een hekel punt als bijvoorbeeld bijen die wereldwijd dreigen te vervallen als een bedreigde diersoort dan is het wel degelijk vijf voor twaalf. Alweer!

Hoewel vanwege bekende redenen DOG YEARS reeds een paar maal werd uitgesteld, is het een verfijnd vervolg op deze expo waarvoor het Duivelsteen voor het eerst in decennia zijn deuren opende en wie beter dan Tom zelf kan hier duiding over geven? We spraken dan ook af op de plaats delict, De Zwarte Panter. Vanwege ietwat te vroeg te zijn had ik al post gevat op het bankstel in de binnentuin, alwaar ik een beetje later getuige mocht zijn dat een op het centrale punt van de binnentuin opgesteld kunstwerk voor een druk telefonerende Tom evenzo dienst doet als handige tool om aan zijn dagelijkse stappenplan te voldoen. Bergje op, bergje af, rond het standbeeld, terug berg af, berg op, etc. Eenmaal zijn stapquota werd behaald, kan zijn verhaal losbarsten…
Interview Tom Liekens

Svn’s Unsane Vortex: Hallo Tom, bedankt dat je even kon vrijmaken in je waarschijnlijk drukke agenda. Vanwege de Covid 19-maatregelen zou het ongezond zijn om terug die +20.000 bezoekers van in het Duivelsteen te moeten verwelkomen, maar hoe is het dan wel verlopen de laatste weken?
Tom Liekens: Ik mag zeker niet klagen. De expo was eerst gepland in september, vervolgens verplaatst naar november en uiteindelijk zijn we dan een week of vijf geleden kunnen opengaan. Maar dat was niet zo erg, want ik heb gewoon kunnen blijven werken. Een belangrijk werk heb ik zelfs nog kunnen afmaken na de deadline. Zoals je kan zien is er wel constant beweging, dus ik ben zeker content.

SUV: DOG YEARS. De titel van de tentoonstelling geeft het al weg natuurlijk, maar het gaat hier niet zozeer over het bekende hondenjaar an sich?
TL: Misschien dat verleden jaar bij sommige mensen aanvoelde als wel zeven jaren, of als een hondenjaar, in ieder geval een klotejaar. De start van deze tentoonstelling kwam echter via de vraag van het programma ‘Iedereen Beroemd’. In het kader van het lopende Van Eyck jaar werd gevraagd om een antwoord te geven op een paneel van hun beroemde ‘Lam Gods’, meer bepaald dat van de ‘Pelgrims’ waar de heilige Sint-Christoffel staat op afgebeeld (het paneel rechts onderaan, nvdr).

Mits enig opzoekwerk kwam ik er achter dat in de middeleeuwen, tot zelfs nu nog in de Oost-Orthodoxe kerk, deze heiligen werden afgebeeld met een hondenkop. Een figuur met een hondenkop die zou komen vanuit het Land van de Hondkoppigen; een soort grensfiguur aan de rand van de wereld die aldaar tot het christendom werd bekeerd, de menselijke spraak heeft verkregen en van daaruit de christelijke leer zou verspreiden om vervolgens uit te groeien als de patroonheilige van de Pelgrim, alsook van de al dan niet kunstschilder die rondreist. Het is te zeggen, ik hoop alvast dat het een kunstschilder is die waarschijnlijk met alle maatregelen wel opgesloten zit in zijn atelier, maar al die zaken zoals die hybride figuur met die hondenkop zijn een eigen leven gaan leiden.
SUV: Het valt wel op dat in vergelijking met vorig werk, hier toch duidelijk een bepaalde agressie naar voren komt. In tegenstelling tot je leeuwentemmer die als circusact zomaar even zijn eigen kop in de muil van een leeuw steekt, zou ik toch ook echt niet graag tussen de kaken van je al dan niet gemuilkorfde Duitse Herders terechtkomen.

TL: Ja, ik kan moeilijk ontkennen dat ondanks het startpunt van de middeleeuwen dateert, de huidige tijdsgeest toch ook in mijn werk is geslopen. Niet alleen corona of vooral de angst die met de eerste lockdown gepaard ging, maar ook al die betogingen in de nasleep van Black Lives Matter waar één werk echt naar linkt. Tegelijk kropen ook al die andere protesten erin; de agressiviteit in de straat, al die oproerpolitie, tot en met de bestorming van het Capitool. Het is niet letterlijk in mijn werk verweven, maar die agressiviteit zit er wel in.
SUV: Zoals je me eerder eens vertelde, werk je eigenlijk niet echt met een vooropgesteld plan. Je laat eerder dingen, prikkels, een aanvoelen tot jou komen om daar dan iets mee te doen?

TL: Ja, dat doe ik nog steeds zo. Neem bijvoorbeeld dat werk (verwijzend naar ‘Where Did the Bees Go’) met die imkers in hun beschermde pakken waarbij het inderdaad niet moeilijk is om een bruggetje te maken naar dokters of de medische wereld met hun adequate bescherming, maar toch is dat niet bewust gedaan. En dat is het goeie eraan dat ik dat hier nu zo zit te vertellen precies alsof het een spiegel van de tijd zou zijn, maar in werkelijkheid komt dit eerder doordat andere mensen dit opmerken dat ik het zelf ook zo begin te zien.
SUV: Ben je dan toevallig zo’n een automatic painter?
TL: (lacht) Nee, dat niet. Het is zeker niet mijn onderbewustzijn dat daar aan het schreeuwen is, maar die beelden bieden zich aan en dan werk ik die uit. Hoewel ik wel vermoed door dit alles te verwerken dat dit beelden worden waar ik anders niet zo bewust zou zijn opgekomen, maar dat is moeilijk wetenschappelijk vast te stellen natuurlijk.
SUV: Aha, botsten we hier op een mogelijke paradox?
TL: Ja, eigenlijk wel. Wie weet zou ik net dezelfde beelden gemaakt hebben in vredelievende omstandigheden, maar dat weet ik dus niet. Het mens-dier en het dierlijke in de mens, of andersom, het humane in dieren; hetgeen wat wij als typisch menselijk zien dat je terugvindt bij dieren, of opnieuw andersom, dat mensen meer handelen uit een soort dierlijk instinct dan ze zelf willen toegeven.

SUV: Dat mens-dier en vice versa blijft inderdaad wel een fascinerend gegeven. Temeer dat ik er zelf mee geconfronteerd werd in mijn research voor een opkomend boek. Zo kwam ik via aanraden uit bij de elders besproken klassieker ‘Thérèse Raquin’, waarin auteur Émile Zola in 1868 initieel vanuit puur wetenschappelijk standpunt het dierlijke in de mens wou onderzoeken. Laten we zeggen dat hij net niet op de brandstapel belandde, want echt vrolijk werd zijn onderzoeksmethodiek niet onthaald. Deze materie zit wel diep in het dna van de mensheid met andere woorden?
TL: Of ook bij andere dieren, want op zich is het al vreemd dat wij hier mens-dier scheidingslijn trekken. Wij hebben meer gemeen met pakweg een bonobo of een chimpansee, dan een chimpansee met een krab of een kwal. En toch smijten wij als mens deze op een hoop als dieren en stellen wij ons hierboven, niet erlangs, terwijl we sinds Darwin goed genoeg weten dat we geen omlaag gevallen engelen, maar omhoog gevallen apen zijn.

SUV: Als je in acht neemt hoe blanken zich doorheen de geschiedenis steeds superieur gevoeld hebben tegenover zowat elke andere kleurling, is het niet zo moeilijk om te voorspellen dat het nog lang zal duren eer dierenrechten naar behoren geëerbiedigd zullen worden?

TL: Daar heb ik ook mee gespeeld. In het tweede deel zie je dan ook verschillende circustaferelen waar het de dierentemmer is die gepakt wordt door de leeuw en de tijger. Ten slotte spreiden wij zelfs in een circus onze eigen dominantie tentoon; de mens met al zijn vernuft die het wilde, woeste beest op de knieën krijgt en tot clowns herleidt.
SUV: Dieren gedegradeerd tot een vermakelijke trukendoos; het blijven pijnpunten, maar met zulke topics heb je toch altijd iets mee gehad?

TL: Ja, dat blijven onderliggende thema’s. Zeker het gegeven mens-dier en hoe we ons verhouden tot de natuur en andere dieren blijft een terugkerend item. Het hing toen ook in het Duivelsteen, maar hierboven hangt een werk met allemaal vissers die allemaal tonen dat ze de grootste hebben gevangen. Nu ben ik zeker geen voorstander van de jacht en de visvangst, maar dat zegt wel iets over wij als mens. Dat wij de behoefte hadden om beesten in de bossen te vangen en op te sluiten, of te schieten om op te eten, of zelfs te domesticeren. Een wolf schieten we zo uit het bos, maar tegelijkertijd houden we een Duitse Scheper als kindervriend in huis, als de ultieme gedomesticeerde vriend.
SUV: Nu wil het toeval dat onze Duitse herder thuis, effectief Wolf noemt.

TL: Dat is niet zo verwonderlijk. Een Duitse herder zit namelijk dicht tegen een wolf. Het is een laat dier dat eind 19de eeuw voor militaire doeleinden werd gekweekt en er wordt vermoed dat er ergens een kruising tussen beide dieren plaatsvond omdat de militairen net die opgefokte agressiviteit goed konden gebruiken. Dat is ook het dubbelde eraan: de wolf als schoothond, de kindervriend die we op de mond kussen, tegenover de Scheper als gevangeniscipier in de concentratiekampen, drugs- en oproerpolitiehond; vanwege die precies op de grens zit tussen wild en gestuurde agressie is de Duitse herder een veelzijdig dier waar veel connotaties opgeplakt kunnen worden.
SUV: Naast dat hij zich goed laat africhten, ook een intelligent dier trouwens.
TL: Zeker, maar net als de Wolf wat ook een intelligent dier is.

SUV: Wat ook blijft terugkomen zijn je zelfverklaarde wunderkamers? Bijvoorbeeld je interpretatie van Darwins 19de -eeuwse studeerkamer blijft een ruimte waar de verwondering blijft toeslaan.

TL: Dat is inderdaad al heel lang een dada van mij. Ik zie het een beetje als kamers waar wetenschappers alle kennis van de wereld bij elkaar trachten te brengen. Een recente ontdekte wonderkamer is die van de 19de -eeuwse Franse anatomist Louis Auzoux die een revolutionaire manier had ontwikkeld om anatomische preparaten op te stellen in papier-maché, zodat deze als een soort dokter-bibber avant-la-lettre uit elkaar konden gehaald worden. Er is documentatie over te vinden, maar ik verbeeld me zijn atelier waarin zo’n klein anatomisch menske naast een gigantische mot of reuzenslak staat en die gekke schaal maakt het allemaal zo een surrealistische wereld.
SUV: Ik zou zeggen, hou ons zeker op de hoogte van de mogelijke toekomstplannen, maar alvast hartelijk dank voor dit fijn gesprek en hopelijk volgen er snel andere tentoonstellingen die misschien in meer open omstandigheden gehouden kunnen worden.
TL: Heel graag gedaan en mogelijk tot later.
Alle verdere info:

Eén opmerking over 'Creative Inertia #3: ITV Tom Liekens @ De Zwarte Panter, Antwerpen (30/01 tot 04/04/2021)'